© Production Company
De verleidelijke afgrond van macht en moraal in The Devil’s Advocate (1997)
Met The Devil’s Advocate (1997) leverde regisseur Taylor Hackford een ambitieuze, hybride film af: een juridische thriller die langzaam kantelt naar metafysische horror. Wat begint als een klassiek succesverhaal over talent en ambitie, ontvouwt zich tot een morele nachtmerrie waarin schuld, verleiding en vrije wil centraal staan. Dankzij uitgesproken acteerwerk en een thematisch overdadig script is deze film uitgegroeid tot een cultfavoriet die blijft prikkelen, ondanks zijn zichtbare rafelranden.
Verhaal en toon
Kevin Lomax is een briljante jonge advocaat uit Florida die nog nooit een zaak heeft verloren. Zijn talent trekt de aandacht van een prestigieus advocatenkantoor in New York, geleid door de charismatische John Milton. Wat volgt is een klassieke rise-and-fall-structuur, waarin succes, status en moreel compromis hand in hand gaan.
De toon verschuift geleidelijk van juridische thriller naar existentiële horror. Hackford neemt daar bewust de tijd voor, soms té veel. Het tempo is onregelmatig, maar de onderhuidse dreiging groeit gestaag. De film stelt geen subtiele vragen; hij confronteert de kijker frontaal met thema’s als hoogmoed, schuld en de verlokkingen van absolute macht.
Regie en spel
Al Pacino domineert de film met een performance die alle registers opentrekt. Zijn John Milton is zowel verleidelijk als grotesk, theatraal maar doelbewust overdreven. Het is precies dat randje dat de film zijn iconische status heeft bezorgd. Charlize Theron, in een vroege maar indrukwekkende rol, geeft emotionele zwaarte aan het verhaal en verbeeldt overtuigend de psychologische tol van Kevins keuzes.
Keanu Reeves is het meest besproken element van de cast. Zijn spel is wisselvallig: fysiek aanwezig en oprecht, maar niet altijd overtuigend in emotioneel complexe scènes. Toch werkt zijn relatieve stijfheid thematisch gezien niet volledig tegen; Kevin Lomax is tenslotte een man die vooral reageert, in plaats van reflecteert.
Stijl en thematiek
Visueel ademt The Devil’s Advocate de jaren negentig: warme tinten, monumentale interieurs en een haast operatische mise-en-scène. De film is nooit minimalistisch; alles is groter dan het leven. Dat past bij de thematiek, waarin de duivel niet subtiel fluistert, maar verleidt met grandeur.
Centraal staat het idee van vrije wil. De film suggereert dat het kwaad niet dwingt, maar uitnodigt. Die gedachte wordt expliciet uitgesproken in de inmiddels legendarische monoloog richting het einde. Subtiel is het niet, effectief vaak wel.
Context en opvallende details
Gebaseerd op de gelijknamige roman van Andrew Neiderman, werd het script meerdere keren herschreven om de filosofische lading te versterken. De film verscheen in een periode waarin Hollywood openstond voor genrevermenging en morele ambiguïteit, wat de uitgesproken toon verklaart.
Professionele critici waren destijds verdeeld: lof voor Pacino en de thematische ambitie, kritiek op de lengte en het expliciete karakter. Publieksoordelen bleken milder en groeiden door de jaren heen uit tot blijvende waardering. Inmiddels wordt de film vaak genoemd als voorbeeld van een imperfecte maar onvergetelijke studiofilm.
⭐ OmniGuide-rating
★★★★☆
The Devil’s Advocate is excessief, soms onhandig, maar nooit vrijblijvend. De film durft groot te denken en laat zich niet temmen door subtiliteit. Zijn kracht zit niet in perfectie, maar in bravoure en thematische durf.
Afsluitende duiding
Deze film blijft hangen omdat hij weigert veilig te zijn. Hackford en zijn cast maken keuzes die niet altijd elegant zijn, maar wel consequent. The Devil’s Advocate is een film die je niet per se bewondert om zijn finesse, maar om zijn lef. Een moreel spektakelstuk dat zijn gebreken draagt als littekens, en juist daardoor blijft fascineren.